Hoe veel bent u waard?

Waarde kan op verschillende manieren gemeten worden.

Tel de waarde van uw bezittingen samen, trek uw schulden daarvan af, het resultaat is uw financiële waarde. Indien uw schulden de waarde van uw bezittingen overtreffen, bent u insolvent.

Volgens Forbes, was Bill Gates in 2011 56 miljard dollar waard. Hoe veel bent u waard?

Er is ook potentiële waarde. Indien u met een middelbare opleiding €1200 per maand kan verdienen en met een gespecialiseerde diploma €2400 per maand, is uw diploma over een periode van 40 jaar €575.000 waard.

Er is ook verloren waarde. Indien uw opleiding u in staat stelt €2000 per maand te verdienen, en u een zaak uitbaat die €1000 per maand verdient, kost uw zaak u €12.000 per jaar.

Er is ook geestelijke waarde. Jezus zei: “Want wat zou het een mens baten, als hij de gehele wereld won, maar schade leed aan zijn ziel? Of wat zal een mens geven in ruil voor zijn leven?” (Matteüs 16:26). De armste trouwe christen in India heeft groter geestelijke rijkdom dan Bill Gates, die agnosticus is.

Wat is onze geestelijke waarde?

Zonder Gods hulp zijn wij failliet! Nog erger, wij zijn lijfeigenen van de satan. Hebt u ooit een spookachtige film gezien waarin iemand zijn ziel aan de duivel verkoopt? Stelde u zich de vraag: Hoe kan hij zoiets doen?

Toch zei Jezus: “Een ieder, die de zonde doet, is een slaaf van de zonde” (Johannes 8:34). Door zonde komen wij in de greep van de satan.

De waarde van iets kan ook bepaald worden, op basis van de prijs die iemand bereid is daarvoor te betalen. Een mooi, verfijnd voorwerp dat door vele uren kundige arbeid werd gemaakt, wordt misschien in een veiling voor bijna niks verkocht indien niemand aanwezig is die daaraan waarde hecht. In dezelfde veiling zou een oude, vergeelde brief voor een hoog bedrag verkocht kunnen worden indien die door een of andere beroemde persoon werd geschreven.

Naar deze maatstaf bent u veel waard! God was bereid een heel hoge prijs voor u te betalen om u uit de slavernij van de zonde vrij te kopen. Hoe heeft God ons gekocht en wat was de prijs?

Petrus verklaart: “En indien gij Hem als Vader aanroept, die zonder aanzien des persoons naar ieders werk oordeelt, wandelt dan in vreze de tijd van uw vreemdelingschap, wetende, dat gij niet met vergankelijke dingen, zilver of goud, zijt vrijgekocht van uw ijdele wandel, die (u) van de vaderen overgeleverd is, maar met het kostbare bloed van Christus, als van een onberispelijk en vlekkeloos lam” (1 Petrus 1:17 t/m 19).

Door onze zonden komen wij in opstand tegen God en verdienen daarmee de doodstraf. Maar Jezus stierf in onze plaats om de straf voor onze zonden op Zich te nemen, opdat wij vrijuit mogen gaan. Voor God bent u zoveel waard dat Hij Zijn geliefde Zoon gezonden heeft om u te redden.

De gemeente is de vergadering van de vrijgekochten. Paulus zei aan de oudsten uit Efeze: “Ziet dan toe op uzelf en op de gehele kudde, waarover de heilige Geest u tot opzieners gesteld heeft, om de gemeente Gods te weiden, die Hij Zich door het bloed van zijn Eigene verworven heeft” (Handelingen 20:28; zie ook Jesaja 35:10).

In eerste instantie zijn wij Gods eigendom doordat Hij ons geschapen heeft. Nadat wij de verkeerde weg gekozen hebben en ons hebben laten gijzelen, heeft Hij ook nog een losprijs voor ons betaald. Als vrijgekochte dienaren van God behoren wij te leven zoals Hij wil, niet volgens eigen goeddunken. Ter ere van God dienen wij een rein leven te leiden.

Paulus beveelt: “Vlucht weg van ontucht. Elke andere zonde die een mens bedrijft, gaat buiten het lichaam om; maar de ontuchtige zondigt tegen zijn eigen lichaam. U weet het: uw lichaam is een tempel van de heilige Geest die in u woont, die u van God hebt ontvangen. U bent niet van uzelf. U bent gekocht en de prijs is betaald. Eer God dus met uw lichaam” (1 Korintiërs 6:18 t/m 20 Willibrord).

In onze zogenaamde moderne tijd wordt iedereen aangemoedigd naar eigen zin te leven. Het resultaat is een zondvloed van losbandigheid en zedeloosheid. Jongeren worden wijsgemaakt dat zij vrije seksuele omgang mogen hebben, zonder schadelijke lichamelijke, sociale en geestelijke gevolgen. Mensen gaan samenwonen zonder gehuwd te zijn. Gedreven door egoïsme willen zij geen verplichtingen op lange termijn hebben. Zij willen vrij zijn om weg te lopen indien het moeilijk wordt, of gewoon als zij daar zin in hebben. Zij denken dat zij alle morele normen mogen overtreden zonder enig nadeel.

Een zee van ellende en leed is daar het gevolg van. Wanneer mensen denken dat zij slimmer zijn dan God, loopt het slecht af, want Gods zedelijke normen zijn voor het welzijn van de mens en de maatschappij, ook voor het welzijn van de kinderen.

De huwelijksgemeenschap is heilig. “Het huwelijk moet door iedereen in ere worden gehouden, en het echtelijke bed moet onbezoedeld blijven. Gods oordeel zal komen over ontuchtigen en echtbrekers” (Hebreeën 13:4 Willibrord). Door seksuele gemeenschap buiten het huwelijk te hebben, zondigt men niet alleen tegenover de andere en tegenover God, maar ook tegen zijn eigen lichaam. Hij ontheiligt zichzelf, hij maakt zich onrein, hij onteert zijn eigen lichaam.

In zijn betoogt tegen de onzedelijkheid vertelt Paulus de christen dat hij een tempel van Gods Geest is, dat hij Gods eigendom is, en daarom de immoraliteit moet mijden. Wie hierin tekort is gekomen, dient zich te bekeren. Van Christus kan hij vergeving en reiniging ontvangen,en de kracht om zich verder rein te houden.

Aangezien wij voor God zo veel waard zijn, dat Hij ons uit de zonde heeft vrijgekocht, behoren wij ons leven in dienst van God te stellen. Paulus schrijft: “Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst. En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene” (Romeinen 12:1, 2).

Petrus schrijft: “En indien gij Hem als Vader aanroept, die zonder aanzien des persoons naar ieders werk oordeelt, wandelt dan in vreze de tijd van uw vreemdelingschap” (1 Petrus 1:17). Onze tijd behoort aan God, niet slechts een deel daarvan, maar in het geheel. Besteden wij onze dagen en uren in dienst van onze medemensen en ter ere van God? Of hebben wij de wereld ons wijs laten maken, dat onze tijd van ons is om te besteden zoals wij zelf willen?

“Ziet dus nauwlettend toe, hoe gij wandelt, niet als onwijzen, doch als wijzen, u de gelegenheid ten nutte makende, want de dagen zijn kwaad” (Efeziërs 5:15, 16). “Gedraagt u als wijzen ten opzichte van hen die buiten staan, maakt u de gelegenheid ten nutte” (Kolossenzen 4:5).

In de grondtaal voor “de gelegenheid ten nutte” maken, staat letterlijk: 'de gelegenheid opkopende' wat wil zeggen dat wij onze tijd en mogelijkheden niet mogen verspillen, maar nuttig moeten gebruiken.

Wij behoren ons eigen niet toe. Een hoge prijs werd voor ons betaald, het kostbare bloed van Christus. Onze middelen besteden wij aan het dienen van God. Onze tijd, ons geld en onze talenten moeten wij ter beschikking van God stellen. Wij hebben verantwoordelijkheden tegenover God, de gemeente, onze familie, en tegenover alle mensen omdat wij eigendom van Christus zijn.

Wij moeten uiteraard tijd aan onze broodwinning besteden en aan de dagelijkse verplichtingen van het leven. Maar wanneer ons leven aan God is toegewijd, omdat wij beseffen dat wij van Hem zijn, wordt alles wat wij doen geheiligd, en God zorgt voor ons. “Zoekt eerst Zijn Koninkrijk en Zijn gerechtigheid en dit alles zal u bovendien geschonken worden” (Matteüs 6:33).

“Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u woont, die gij van God ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf zijt? Want gij zijt gekocht en betaald. Verheerlijkt dan God met uw lichaam” (1 Korintiërs 6:19, 20). “U bent duur gekocht; word dus geen slaven van mensen” (1 Korintiërs 7:23 HSV).

Hoewel het offer van Christus toereikend is om alle mensen uit de macht van de zonde vrij te kopen, moet men het evangelie gehoorzamen om behouden te worden. God nodigt ons uit om door bekering en doop aan deze genadegave deel te nemen.

Paulus verklaart dat wij, na de doop, niet meer slaven van de zonde zijn: “Of weet gij niet, dat wij allen, die in Christus Jezus gedoopt zijn, in zijn dood gedoopt zijn? Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des levens zouden wandelen. Want indien wij samengegroeid zijn met hetgeen gelijk is aan zijn dood, zullen wij het ook zijn (met hetgeen gelijk is) aan zijn opstanding; dit weten wij immers, dat onze oude mens medegekruisigd is, opdat aan het lichaam der zonde zijn kracht zou ontnomen worden en wij niet langer slaven van de zonde zouden zijn” (Romeinen 6:3 t/m 6).

U bent zo veel waard dat Christus Zijn leven voor u gaf. Door de doop kan u aan zijn zoendood deel hebben, en van de slavernij tot de zonde bevrijd worden.

Paulus vervolgt: “Want wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde. Indien wij dan met Christus gestorven zijn, geloven wij, dat wij ook met Hem zullen leven, daar wij weten, dat Christus, nu Hij uit de doden is opgewekt, niet meer sterft: de dood voert geen heerschappij meer over Hem. Want wat zijn dood betreft, is Hij voor de zonde eens voor altijd gestorven; wat zijn leven betreft, leeft Hij voor God. Zo moet het ook voor u vaststaan, dat gij wèl dood zijt voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus” (Romeinen 6:7 t/m 11).

Zelfs toen wij in zonde verzonken waren, hechtte God aan ons zoveel waarde, dat Hij Zijn Zoon gaf om ons eruit te halen. Nu wij 'levend voor God in Christus' zijn, is onze waarde nog groter.

Uit dankbaarheid keren wij ons van de zonde af en onderwerpen wij ons aan de wil van God. Paulus zegt verder: “Laat dan de zonde niet langer als koning heersen in uw sterfelijk lichaam, zodat gij aan zijn begeerten zoudt gehoorzamen, en stelt uw leden niet langer als wapenen der ongerechtigheid ten dienste van de zonde, maar stelt u ten dienste van God, als mensen, die dood zijn geweest, maar thans leven, en stelt uw leden als wapenen der gerechtigheid ten dienste van God. Immers, de zonde zal over u geen heerschappij voeren, want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade” (Romeinen 6:12 t/m 14).

Deze genade mag niet misbruikt worden: “Wat dan? Zullen wij zondigen, omdat wij niet onder de wet, maar onder de genade zijn? Volstrekt niet!” (Romeinen 6:15).

Indien christenen in zonde volharden, vervallen zij weer in dienst van de satan: “Weet gij niet, dat gij hem, in wiens dienst gij u stelt als slaven ter gehoorzaamheid, ook moet gehoorzamen als slaven, hetzij dan van de zonde tot de dood, hetzij van de gehoorzaamheid tot gerechtigheid?” (Romeinen 6:16).

Wij moeten echt dankbaar zijn dat wij door God zijn vrijgekocht, en onze dankbaarheid tonen door het goede te doen: “Maar Gode zij dank: gij wáárt slaven der zonde, doch gij zijt van harte gehoorzaam geworden aan die vorm van onderricht, [waaraan gij onderworpen werd RD]; en, vrijgemaakt van de zonde, zijt gij in dienst gekomen van de gerechtigheid” (Romeinen 6:17, 18).

Onze geestelijke waarde, onze geestelijke rijkdom, is een genadegave Gods die bij de doop wordt geschonken. Wij waren slaven van de zonde. Nu zijn wij slaven van de gerechtigheid. Daarom behoren wij in de weg van de gerechtigheid te wandelen, niet in de weg van de zonde.

Paulus vervolgt: “Ik zeg dit van menselijk standpunt om de zwakheid van uw vlees. Want gelijk gij uw leden gesteld hebt ten dienste van de onreinheid en van de wetteloosheid tot wetteloosheid, zo stelt nu uw leden ten dienste van de gerechtigheid tot heiliging. Want toen gij slaven waart der zonde, waart gij vrij van de gerechtigheid. Wat voor vrucht had gij toen? Dingen, waarover gij u nu schaamt; immers, het einde daarvan is de dood. Maar thans, vrijgemaakt van de zonde en in de dienst van God gekomen, hebt gij tot vrucht uw heiliging en als einde het eeuwige leven. Want het loon, dat de zonde geeft, is de dood, maar de genade, die God schenkt, is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Here” (Romeinen 6:19 t/m 23).

Hoe veel bent u waard? Uw financiële waarde is van weinig belang. Wat is uw geestelijke waarde?

Zonder Christus bent u failliet, een haveloze slaaf van de zonde. De duivel belooft vrijheid, maar geeft slavernij aan het verderf (2 Petrus 2:19).

Indien u christen bent, hebt u “de onnaspeurlijke rijkdom van Christus” (Efeziërs 3:8). Uw waarde is groter dan die van de rijkste mens ter wereld. In Christus “hebben wij de verlossing door zijn bloed, de vergeving van de overtredingen, naar de rijkdom zijner genade” (Efeziërs 1:7). Amen.

Roy Davison

De schriftgedeelten in dit artikel zijn uit de NBG-1951 Vertaling,
© Nederlands Bijbelgenootschap (tenzij anders aangeduid).

Published in The Old Paths Archive
(http://www.oldpaths.com)