Bewaart uzelf in de liefde Gods

“Maar u, geliefden, terwijl u zichzelf opbouwt op uw allerheiligst geloof en bidt in de Heilige Geest, bewaart uzelf in de liefde van God en verwacht de barmhartigheid van onze Heer Jezus Christus tot het eeuwige leven” (Judas 20, 21 - Telos).

Belangrijke documenten worden dikwijls in een kluis bewaard. Iets waardevols bewaren wij graag op een veilige plaats.

Waar kunnen wij onszelf veilig bewaren? In Gods liefde! “Bewaart uzelf in de liefde Gods.” Het woord ‘bewaren’ hier betekent ‘veilig houden, beschermen tegen schade, verderf, verlies of vernieling’.

Judas gebruikt de lijdende vorm van hetzelfde woord in vers 1: “Aan de geroepenen die in God de Vader geliefd en in Jezus Christus bewaard zijn” (Telos). Een christen wordt in Christus bewaard.

Paulus schreef: “De Here zal mij beveiligen tegen alle boos opzet en behouden in zijn hemels Koninkrijk brengen” (2 Timoteüs 4:18).

David heeft gebeden: “Bewaar mij, o God, want bij U schuil ik” (Psalm 16:1).

“Bewaart uzelf in de liefde Gods.” Dit is een bevel, wat te kennen geeft dat wij zelf iets moeten doen om in Gods liefde te blijven, en ook dat het mogelijk is om de bescherming van Gods liefde te verbeuren. Anders heeft dit bevel geen enkele zin.

Niets uitwendigs kan ons van Gods liefde scheiden: “Want ik ben verzekerd, dat noch dood noch leven, noch engelen noch machten, noch heden noch toekomst, noch krachten, noch hoogte noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onze Here” (Romeinen 8:38, 39).

Alleen door eigen verzuim kan een christen de eeuwige bescherming van Gods liefde verliezen. Dus is het uiterst belangrijk dat wij weten hoe wij ons in de liefde van God kunnen bewaren.

Jezus heeft een gelijkaardig bevel gegeven: “Gelijk de Vader Mij heeft liefgehad, heb ook Ik u liefgehad; blijft in mijn liefde. Indien gij mijn geboden bewaart, zult gij in mijn liefde blijven, gelijk Ik de geboden van mijn Vader bewaard heb en blijf in zijn liefde” (Johannes 15:9, 10).

De geboden van Jezus moeten wij dus bewaren om in Zijn liefde te blijven.

Laten wij het verband bekijken: “Blijft in Mij, en Ik in u. Evenals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet aan de wijnstok blijft, zo ook gij niet, indien gij in Mij niet blijft. Ik ben de wijnstok, gij zijt de ranken. Wie in Mij blijft, gelijk Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets doen. Wie in Mij niet blijft, is buitengeworpen als de rank en is verdord, en men verzamelt ze en werpt ze in het vuur en zij worden verbrand. Indien gij in Mij blijft en mijn woorden in u blijven, vraagt wat gij maar wilt, en het zal u geworden. Hierin is mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht draagt en gij zult mijn discipelen zijn. Gelijk de Vader Mij heeft liefgehad, heb ook Ik u liefgehad; blijft in mijn liefde. Indien gij mijn geboden bewaart, zult gij in mijn liefde blijven, gelijk Ik de geboden mijns Vaders bewaard heb en blijf in zijn liefde” (Johannes 15:4 t/m 10).

Dus blijven wij in de liefde van Christus, bewaren wij onszelf in de liefde van God, door the geboden van Jezus te bewaren. Aan zijn volgelingen zei Jezus: “Wanneer gij Mij liefhebt, zult gij mijn geboden bewaren” (Johannes 14:15).

Judas noemt twee noodzakelijke dingen wanneer wij ons in Gods liefde willen bewaren: geestelijke opbouw en gebed. “Terwijl u zichzelf opbouwt op uw allerheiligst geloof en bidt in de Heilige Geest, bewaart uzelf in de liefde van God” (Judas 20 Telos).


“Terwijl u zichzelf opbouwt op uw allerheiligst geloof”

Ons allerheiligst geloof is het christelijk geloof. Het is heilig doordat het van God komt.

In vers drie schreef Judas: “Geliefden, daar ik mij in alle opzichten beijver u te schrijven over ons gemeenschappelijk heil, zie ik mij genoodzaakt het te doen met de vermaning, tot het uiterste te strijden voor het geloof, dat eenmaal de heiligen overgeleverd is”.

Dit oorspronkelijk geloof waarvoor wij moeten strijden, is ons allerheiligst geloof waarop wij ons moeten opbouwen indien wij ons in de liefde van God willen bewaren.

Om in de liefde van Christus te blijven, moeten wij in Zijn woord blijven: “Jezus dan zeide tot de Joden, die in Hem geloofden: Als gij in mijn woord blijft, zijt gij waarlijk discipelen van Mij en gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken” (Johannes 8:31, 32).

Om in het woord van Christus te blijven, moeten wij in Zijn leer blijven: “Een ieder, die verder gaat en niet blijft in de leer van Christus, heeft God niet; wie in die leer blijft, deze heeft zowel de Vader als de Zoon” (2 Johannes 9).

Gods woord bouwt ons op. Paulus zei aan de oudsten van de gemeente te Efeze: “En nu draag ik u op aan God en aan het woord van zijn genade, die machtig is op te bouwen en het erfdeel te geven onder alle geheiligden” (Handelingen 20:32 - Telos).

In Christus worden wij opgebouwd: “Zoals u dan Christus Jezus, de Heer, ontvangen hebt, wandelt in Hem, terwijl u geworteld bent en opgebouwd wordt in Hem en bevestigd wordt in het geloof, zoals u is geleerd, daarin overvloeiend met dankzegging” (Kolossenzen 2:6, 7).

In de gemeente van Christus, “één lichaam” (Efeziërs 4:4), bouwen wij elkaar op “totdat wij allen de eenheid des geloofs en der volle kennis van de Zoon Gods bereikt hebben, de mannelijke rijpheid, de maat van de wasdom der volheid van Christus” (Efeziërs 4:13).

De gemeente is “gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is” (Efeziërs 2:20; 4:11).

Aan Zijn gemeente heeft Christus ook evangelisten, oudsten en leraars gegeven, “om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus” (Efeziërs 4:12).

Iedere christen helpt bij het opbouwen van de gemeente. “Dan groeien wij, ons aan de waarheid houdende, in liefde in elk opzicht naar Hem toe, die het hoofd is, Christus. En aan Hem ontleent het gehele lichaam als een welsluitend geheel en bijeengehouden door de dienst van al zijn geledingen naar de kracht, die elk lid op zijn wijze oefent, deze groei des lichaams, om zichzelf op te bouwen in de liefde” (Efeziërs 4:15, 16).

Op ons aller heiligst geloof bouwen wij ons op om onszelf in de liefde Gods te bewaren.


“Terwijl u ... bidt in de Heilige Geest”

“Maar u, geliefden, terwijl u zichzelf opbouwt op uw allerheiligst geloof en bidt in de Heilige Geest, bewaart uzelf in de liefde van God” (Judas 20 - Telos).

“Hieraan onderkennen wij, dat wij in Hem blijven en Hij in ons, dat Hij ons van zijn Geest gegeven heeft” (1 Johannes 4:13).

Om ons in Gods liefde te bewaren, moeten wij in de Heilige Geest bidden: “En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest” (Efeziërs 6:18).

Bij het bidden hebben wij hulp nodig: “En evenzo komt de Geest onze zwakheid te hulp; want wij weten niet wat wij bidden zullen naar behoren, maar de Geest zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen. En Hij, die de harten doorzoekt, weet de bedoeling des Geestes, dat Hij namelijk naar de wil van God voor heiligen pleit” (Romeinen 8:26, 27).

Dus wanneer wij in de Geest bidden, worden onze gebrekkige gebeden vergezeld door smekingen van de Heilige Geest in overeenstemming met de wil van God.

In Openbaring stellen gouden schalen vol reukwerk de gebeden van de heiligen voor (Openbaring 5:8). Aan een engel met een gouden wierookvat wordt “veel reukwerk geschonken om het te geven, met de gebeden van alle heiligen” (Openbaring 8:3).

Al zijn wij zwak, bidden wij zo goed mogelijk door de richtlijnen over gebed in de Schrift te volgen. Dan bidden wij met vrijmoedigheid in de kennis dat de Geest voor ons pleit.

“Laten wij daarom met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade, opdat wij barmhartigheid ontvangen en genade vinden om hulp te verkrijgen te gelegener tijd” (Hebreeën 4:16).


“Verwacht de barmhartigheid van onze Heer Jezus Christus tot het eeuwige leven”

“Maar u, geliefden, terwijl u zichzelf opbouwt op uw allerheiligst geloof en bidt in de Heilige Geest, bewaart uzelf in de liefde van God en verwacht de barmhartigheid van onze Heer Jezus Christus tot het eeuwige leven” (Judas 20, 21 - Telos).

Wanneer wij ons in de liefde Gods bewaren door de geboden van Jezus te bewaren, door ons op ons allerheiligst geloof op te bouwen en door in de Heilige Geest te bidden, zien wij met verwachting uit naar het eeuwige leven.

“En Hij, de God des vredes, heilige u geheel en al, en geheel uw geest, ziel en lichaam moge bij de komst van onze Here Jezus Christus blijken in allen dele onberispelijk bewaard te zijn. Die u roept, is getrouw; Hij zal het ook doen” (1 Tessalonicenzen 5:23, 24). Amen.

Roy Davison

De schriftgedeelten in dit artikel zijn uit de NBG-1951 Vertaling,
© Nederlands Bijbelgenootschap (tenzij anders aangeduid).

Published in The Old Paths Archive
(http://www.oldpaths.com)