Hebt uw vijanden lief
Deze merkwaardige woorden werden door Jezus gesproken
op een berghelling in Galilea zowat 2000 jaar geleden.
Wat is een vijand?
Een vijand is u slecht gezind: hij is haatdragend en zoekt
gelegenheden om u en uw belangen te schaden.
In open oorlog probeert een vijand u te doden, of indien dat
niet lukt, uw middelen van bestaan te vernietigen.
In wederzijdse oorlog zijn beide partijen vijanden van elkaar
en proberen elkaar te doden en elkaars infrastructuur te
vernietigen. Beide partijen gebruiken de vijandige acties van de
tegenpartij om hun eigen vijandelijkheden te rechtvaardigen.
De meesten onder ons mogen God danken dat wij nooit in
een oorlogszone hebben gewoond. Wij kunnen niet eens verstaan
hoe dankbaar wij moeten zijn dat wij niet in Nanking waren in
december 1937 toen buitenlandse soldaten 200.000 burgers
hebben vermoord, of in London tijdens de blitz van 1940 en
1941, of in Dresden in februari van 1945, of in Hiroshima of
Nagasaki in augustus van 1945.
Toch heeft iedereen met vijanden te doen.
Misschien is iemand ons slecht gezind op ons werk of op
school. Misschien is het een vijandige houding van buren of van
mensen van een andere ras, stam, sociale groepering of
godsdienst. Misschien is er conflict onder familieleden.
Vijanden liefhebben is niet gemakkelijk!
Toch zegt Jezus, Gij hebt gehoord, dat er gezegd is: Gij zult
uw naaste liefhebben en uw vijand zult gij haten. Maar Ik zeg u:
Hebt uw vijanden lief en bidt voor wie u vervolgen, opdat gij
kinderen moogt zijn van uw Vader, die in de hemelen is; want Hij
laat zijn zon opgaan over bozen en goeden en laat het regenen
over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Want indien gij
liefhebt, die u liefhebben, wat voor loon hebt gij? Doen ook de
tollenaars niet hetzelfde? En indien gij alleen uw broeders groet,
waarin doet gij meer dan het gewone? Doen ook de heidenen niet
hetzelfde? Gij dan zult volmaakt zijn, gelijk uw hemelse Vader
volmaakt is (Matteüs 5:43 t/m 48).
Had Jezus vijanden?
De Messias zou door de mensen veracht zijn (Jesaja 53:3).
En daarna trok Jezus rond in Galilea; want Hij wilde Zich in
Judea niet ophouden, omdat de Joden Hem trachtten te doden
(Johannes 7:1). Jezus zei aan Zijn volgelingen dat vijanden Hem
zouden bespotten en Hem bespuwen en Hem geselen en doden
(Marcus 10:34). Toen kwamen de overpriesters en de oudsten
van het volk bijeen in het paleis van de hogepriester, genaamd
Kajafas, en zij beraamden een plan om Jezus door list in handen
te krijgen en te doden (Matteüs 26:3, 4).
Terwijl Hij aan het kruis stierf, bad Jezus, Vader, vergeef
het hun, want zij weten niet wat zij doen (Lucas 23:34).
Ja, Jezus had Zijn vijanden lief.
Eigenlijk had Hij ons lief toen wij Zijn vijanden waren: En
de hoop maakt niet beschaamd, omdat de liefde Gods in onze
harten uitgestort is door de heilige Geest, die ons gegeven is, zo
zeker als Christus, toen wij nog zwak waren, te zijner tijd voor
goddelozen is gestorven. Want niet licht zal iemand voor een
rechtvaardige sterven _ maar misschien heeft iemand nog de
moed voor een goede te sterven _ God echter bewijst zijn liefde
jegens ons, doordat Christus, toen wij nog zondaren waren, voor
ons gestorven is. Veel meer zullen wij derhalve, thans door zijn
bloed gerechtvaardigd, door Hem behouden worden van de toorn.
Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn
door de dood van zijn Zoon, zullen wij veel meer, nu wij verzoend
zijn, behouden worden, doordat Hij leeft (Romeinen 5:5 t/m 10).
Wie triomfeerde bij het kruis, Jezus of Zijn vijanden?
Volgelingen van Christus hebben niet te worstelen tegen
bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten,
tegen de wereldbeheersers van deze duisternis, tegen de boze
geesten in de hemelse gewesten (Efeziërs 6:12).
Christenzijn is niet voor lafaards. Om Christus te volgen,
moeten wij bereid zijn tot de dood te strijden. Maar de wapenen
van onze veldtocht zijn niet vleselijk (2 Korintiërs 10:4).
In wereldse oorlogen worden krijgsoversten aangesteld die
weten hoe men veldslagen kan winnen. Soldaten moeten
gehoorzamen. Zij hopen dat hun overste weet wat hij doet. Een
wereldse soldaat probeert in leven te blijven door te doden.
Wij hebben een Opperbevelhebber die wel weet wat Hij
doet. Zijn strategie is eenvoudig maar vereist enorm veel moed:
Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade
door het goede (Romeinen 12:21). Een soldaat van Christus
heeft zijn vijanden lief en De liefde doet de naaste geen kwaad
(Romeinen 13:10).
Er is één vijand die wij niet mogen liefhebben!
Wordt nuchter en waakzaam. Uw tegenpartij, de duivel,
gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal
verslinden. Wederstaat hem, vast in het geloof, wetende, dat aan
uw broederschap in de wereld hetzelfde lijden wordt toegemeten
(1 Petrus 5:8, 9).
Hebt uw vijanden lief is een bevel om aan te vallen, om
het kwade door het goede te overwinnen!
Wanneer de duivel haat tegen ons slingert, probeert hij ons
te foppen. Hij wil dat wij die opnemen en terugwerpen.
Jezus verstrekt goede wapens aan Zijn soldaten.
Eerst beschermen wij ons met het schild van het geloof, dat
ons in staat stelt al de brandende pijlen van de boze te doven
(Efeziërs 6:16). Haat dringt niet door het schild van het geloof.
Dan gaan wij over tot de aanval! Wij hanteren het zwaard
van de Geest, dat is het woord van God (Efeziërs 6:17).
Wij gebruiken het verbijsteringsgeweer van de liefde. Jezus
had Zijn vijanden lief. En de woorden van de Romeinse
honderdman die Hem kruisigde, galmen door de eeuwen heen:
Werkelijk, deze Mens was Gods Zoon! (Marcus 15:39 HSV).
Onze Commandant weet de overwinning te behalen!
Hebt uw vijanden lief! Overwin het kwade door het goede!
Want de wapenen van onze veldtocht zijn niet vleselijk, maar
krachtig voor God tot het slechten van bolwerken, zodat wij de
redeneringen en elke schans, die opgeworpen wordt tegen de
kennis van God, slechten, elk bedenksel als krijgsgevangene
brengen onder de gehoorzaamheid aan Christus (2 Korintiërs
10:4, 5).
En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard; en Hij,
die daarop zat, wordt genoemd Getrouw en Waarachtig, en Hij
velt vonnis en voert oorlog in gerechtigheid. En zijn ogen waren
een vuurvlam en op zijn hoofd waren vele kronen en Hij droeg
een geschreven naam, die niemand weet dan Hijzelf. En Hij was
bekleed met een kleed, dat in bloed geverfd was, en zijn naam is
genoemd: het Woord Gods. En de heerscharen, die in de hemel
zijn, volgden Hem op witte paarden, gehuld in wit en smetteloos
fijn linnen. En uit zijn mond komt een scherp zwaard, om
daarmede de heidenen te slaan. En Hijzelf zal hen hoeden met
een ijzeren staf en Hijzelf treedt de persbak van de wijn van de
gramschap van de toorn van God, de Almachtige. En Hij heeft op
zijn kleed en op zijn dij geschreven de naam: Koning van de
koningen en Here van de heren (Openbaring 19:11 t/m 16).
Onze Koning overwint het kwade.
Hoe behandelen wij onze vijanden volgens Gods Woord?
Zelfs het oude verbond beveelt behulpzaamheid aan
vijanden.
Wanneer gij een verdwaald rund of ezel van uw vijand
aantreft, zult gij ze hem zeker terugbrengen. Wanneer gij de ezel
van uw vijand onder zijn last ziet bezwijken, zult gij dit niet
onverschillig aan hem overlaten. Gij zult hem zeker helpen met
afladen (Exodus 23:4, 5). Er wordt erkend dat men niet per se
wil helpen, maar het toch moet doen.
Indien uw vijand honger heeft, geef hem brood te eten,
indien hij dorst heeft, geef hem water te drinken; want dan hoopt
gij vurige kolen op zijn hoofd, en de HERE zal het u vergelden
(Spreuken 25:21, 22).
Paulus haalt deze tekst aan wanneer hij ons zegt hoe wij
vijanden moeten behandelen. Na te zeggen: En wordt niet
gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de
vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil
van God is, het goede, welgevallige en volkomene (Romeinen
12:2), noemt hij verschillende aspecten daarvan, onder andere:
Zegent wie u vervolgen, zegent en vervloekt niet (Romeinen
12:14). Vergeldt niemand kwaad met kwaad; hebt het goede
voor met alle mensen. Houdt zo mogelijk, voor zover het van u
afhangt, vrede met alle mensen. Wreekt uzelf niet, geliefden,
maar laat plaats voor de toorn, want er staat geschreven: Mij
komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, spreekt de Here. Maar,
indien uw vijand honger heeft, geef hem te eten; indien hij dorst
heeft, geef hem te drinken, want zo zult gij vurige kolen op zijn
hoofd hopen. Laat u niet overwinnen door het kwade, maar
overwin het kwade door het goede (Romeinen 12:17 t/m 21).
Wat zegt de Koning van de koningen over het bejegenen van
vijanden?
Maar tot u, die Mij hoort, zeg ik: Hebt uw vijanden lief, doet
wel degenen, die u haten; zegent wie u vervloeken; bidt voor wie
u smadelijk behandelen. Slaat iemand u op uw wang, keer hem
ook de andere toe, neemt iemand u uw mantel af, laat hem ook
het hemd nemen (Lucas 6:27 t/m 29).
Jezus zegt dit aan wie hoort. Velen weigeren te luisteren.
Een Joodse rabbi, die het Nieuwe Testament betrekkelijk
goed kende, zei eens aan een christen: Jezus heeft vele goede
dingen geleerd, maar ik kan nooit aanvaarden dat ik de andere
wang moet toekeren wanneer iemand mij slaat. Dat is niet
menselijk! De christen antwoordde: Daar ben ik mee eens. Dat
is niet menselijk, dat is goddelijk!
De liefde is uit God (1 Johannes 4:7). Christenen
ontvangen kracht om de menselijkerwijze onbeminnelijken toch
lief te hebben, doordat de liefde Gods in onze harten uitgestort
is door de heilige Geest, die ons gegeven is (Romeinen 5:5).
En indien gij liefhebt, die u liefhebben, wat hebt gij vóór?
Immers, ook de zondaars hebben lief, die hen liefhebben. Want
indien gij goed doet aan wie u goed doen, wat hebt gij vóór? Ook
de zondaars doen dat. En indien gij leent aan hen, van wie gij
hoopt iets te ontvangen, wat hebt gij vóór? Ook zondaars lenen
aan zondaars om evenveel terug te ontvangen (Lucas 6:32 t/m
34).
Jezus wil dat onze liefde onbaatzuchtig is. De echtheid van
liefde wordt bewezen wanneer die onverdiend is. De kracht
daarvan verbijstert wanneer die onverwacht is. Het herhaaldelijk
verlenen van Gods liefde aan een vijand kan zijn haat
ondergraven en hem tot het licht trekken. Zelfs indien niet, het
goede zegeviert uiteindelijk over het kwade.
Hebt uw vijanden lief, en doet hun goed en leent zonder op
vergelding te hopen, en uw loon zal groot zijn en gij zult kinderen
van de Allerhoogste zijn, want Hij is goed jegens de ondankbaren
en bozen. Weest barmhartig, gelijk uw Vader barmhartig is
(Lucas 6:35, 36).
Jezus wil dat wij op de Vader lijken, die Zijn Zoon gezonden
heeft om Zijn vijanden te bevrijden. Jezus had ons lief toen wij
Zijn vijanden waren. Naar Zijn voorbeeld, hebben wij onze
vijanden lief, en met Zijn hulp, triomferen wij over het kwade
door het goed te doen. Amen.
Roy Davison
De schriftgedeelten in dit artikel zijn uit de NBG-1951 Vertaling,
© Nederlands Bijbelgenootschap (tenzij anders aangeduid).
Published in The Old Paths Archive
(http://www.oldpaths.com)