Hoe gaan christenen om met toorn?
Toorn is een door God gegeven emotie, een sterk gevoel van ergernis als reactie op iets dat wij niet graag hebben.
Toorn geeft ons bijkomende kracht. Het hormoon, adrenaline komt vrij in het bloed. Wij zijn extra alert. Ons hart klopt sneller. Onze bloeddruk stijgt. Onze spieren spannen zich aan, klaar voor actie. Zo wordt ons lichaam door toorn beïnvloed.
In de Bijbel heeft het woord ‘toorn’ verschillende nuances. In sommige verbanden is toorn een natuurlijke emotie die gerechtvaardigd is. Toen mensen Jezus veroordeelden voor het genezen op de sabbat, keek Hij “rondom Zich met toorn” (Marcus 3:5).
In andere verbanden is toorn een zonde die uit zelfzuchtige motieven voortkomt of die tot schadelijke handelingen leidt. Of toorn aanvaardbaar is, hangt dus van de onderliggende beweegreden af en van wat men in toorn doet.
De Bijbel geeft richtlijnen voor het omgaan met toorn.
Wij moeten onze toorn beheersen.
Gevoelens zijn goede dienaren, maar slechte meesters. Zorgvuldig beheerde emoties geven kracht aan wat we zeggen en doen. Maar onze gevoelens mogen niet de vrije loop krijgen. “De dwaas laat zijn ganse toorn de vrije loop, maar de wijze houdt die in en doet hem bedaren” (Spreuken 29:11).
Toorn moet in toom gehouden worden. “Weet (dit) wel, mijn geliefde broeders: ieder mens moet snel zijn om te horen, langzaam om te spreken, langzaam tot toorn; want de toorn van een man brengt geen gerechtigheid voor God voort” (Jakobus 1:19, 20).
Kolossenzen 3:8 zegt dat wij toorn moeten “wegdoen”.
Op de toorn van anderen moeten wij kalm reageren.
“Een zacht antwoord keert woede af, maar een krenkend woord wekt toorn op” (Spreuken 15:1 HSV).
“Houdt zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, vrede met alle mensen” (Romeinen 12:18).
Wij mogen niet proberen anderen boos te maken.
Vaders worden bevolen: “En vaders, wek geen toorn bij uw kinderen op
1, maar voed hen op in de onderwijzing en de terechtwijzing van de Heer” (Efeziërs 6:4 HSV).Zelfs gerechtvaardigde toorn mag niet te lang duren.
Toorn moet van korte duur zijn. “Geraakt gij in toorn, zondigt dan niet: de zon mag niet over een opwelling van uw toorn ondergaan; en geeft de duivel geen voet” (Efeziërs 4:26, 27).
Te lang boos blijven, stelt ons bloot aan de invloed van de Satan. Het oplossen van toorn vòòr de dag eindigt, voorkomt het opstappelen van bitterheid en verontwaardigdheid, die zowel relaties als eigen emotionele welzijn kan schaden.
Mijn vader vermaande ooit mijn stiefmoeder: “Denk er aan: de zon mag niet over een opwelling van je toorn ondergaan.” Zij antwoordde: “De zon was al onder! Een hele dag heb ik nog!”
Uitbarstingen van toorn zijn werken van het vlees.
Een woede-uitbarsting is een plotselinge, hevige uiting van boosheid, vaak gekenmerkt door geschreeuw, vijandige gebaren of andere vormen van agressief gedrag.
In Galaten 5:19 t/m 21 worden “uitbarstingen van toorn” onder “de werken van het vlees” genoemd, die in strijd zijn met een leven door de Geest geleid.
Wij moeten nederigheid, geduld en zelfbeheersing ontwikkelen om toorn te beheersen en te voorkomen dat die tot schadelijke woorden of daden leidt.
Uitbarstingen van toorn zijn vaak het gevolg van het bijhouden van fouten, het koesteren van wrok en het opkroppen van gevoelens totdat zij ontploffen.
Volgens 1 Korintiërs 13 houdt de liefde geen lijst bij van begane fouten. Liefde voorkomt uitbarstingen van toorn “want de liefde bedekt tal van zonden” (1 Petrus 4:8).
“Alle bitterheid, gramschap, toorn, getier en gevloek worde uit uw midden gebannen, evenals alle kwaadaardigheid” (Efeziërs 4:31). Toorn mag niet tot kwaadaardigheid leiden, een verlangen om iemand te zien lijden.
Een man zei: “Als mijn vrouw boos is, wordt zij historisch.” Zijn vriend antwoordde: “Je bedoelt zeker hysterisch.” “Nee, historisch. Zij herinnert mij aan wat ik in het verleden verkeerd heb gedaan!”
Voor Gods toorn moeten wij ruimte laten.
“Wreekt uzelf niet, geliefden, maar laat plaats voor de toorn, want er staat geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, spreekt de Here” (Romeinen 12:19).
“Laat plaats voor de toorn” betekent dat men een opening voor Gods oordeel en toorn moet laten, in plaats van zelf het heft in handen te nemen. Wij mogen geen inbreuk op Gods voorrechten maken, op dingen die Hij voor Zichzelf heeft gereserveerd! Gelovigen mogen geen wraak nemen.
Nadat wij alles hebben gedaan wat wij kunnen om het kwade met het goede te overwinnen, vertrouwen wij op Gods belofte dat Hij, op eigen tijd en manier, recht zal doen gelden.
Wat hebben wij geleerd?
Toorn is een door God gegeven emotie die wij moeten
beheersen om te vermijden dat die tot zonde leidt. Op de toorn
van anderen moeten wij kalm reageren. Wij mogen niet proberen
anderen boos te maken. Zelfs gerechtvaardigde toorn mag
niet te lang duren. Uitbarstingen van toorn zijn werken van het
vlees. Voor Gods toorn moeten wij ruimte laten.
Amen.
Roy Davison
De schriftgedeelten in dit artikel zijn uit de NBG-1951 Vertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap (tenzij anders aangeduid).
Eindnota
Published in The Old Paths Archive
(http://www.oldpaths.com)