De Sabbatwet

Hoewel op de scheppingsweek gebaseerd, is er geen enkel bewijs dat de sabbatwet gegeven werd vóór de uittocht uit Egypte: "want gij zult gedenken, dat gij dienstknechten in het land Egypte geweest zijt, en dat de HERE, uw God, u vandaar heeft uitgeleid met een sterke hand en met een uitgestrekte arm; daarom heeft u de HERE, uw God, geboden de sabbatdag te houden" (Deuteronomium 5:15).

De sabbatwet gold slechts voor de Israëlieten: "Gij dan, spreek tot de Israëlieten: maar mijn sabbatten moet gij onderhouden, want dat is een teken tussen Mij en u, van geslacht tot geslacht, zodat gij weet, dat Ik de HERE ben, die u heilig" (Exodus 31:13). Het woord 'heiligen' betekent 'afzonderen'. Hoe kan de sabbat een teken zijn tussen God en Israël indien andere volkeren dit gebod ook hadden?

"De Israëlieten zullen de sabbat onderhouden, door de sabbat te vieren, zij en hun nageslacht, als een altoosdurend verbond. Tussen Mij en de Israëlieten is deze een teken voor altoos" (Exodus 31:16,17). Zie ook Ezechiël 20:10-12.

Jezus hield de sabbat daar Hij Israëliet was en onder de wet geboren werd (Galaten 4:4). Hij was echter 'Heer over de sabbat' (Marcus 2:28) en kon ook daarmee doen wat Hij wou.

Onder het Nieuwe Verbond dat na de dood van Christus van kracht werd (Hebreeën 9:16,17), is de sabbatwet niet bindend: "Laat dan niemand u blijven oordelen inzake eten en drinken of op het stuk van een feestdag, nieuwe maan of sabbat, dingen, die slechts een schaduw zijn van hetgeen komen moest, terwijl de werkelijkheid van Christus is" (Kolossenzen 2:16,17).

De sabbat en andere instellingen van het Oude Verbond waren slechts een schaduwbeeld van geestelijke waarheden onder het Nieuwe Verbond. Nu Christus er is (die de ware rust geeft - Matteüs 11:28-30), zijn deze schaduwen niet meer van toepassing. De gelovigen te Kolosse mochten zich niet laten oordelen door valse leraars uit de Joden die hen o.a. wilden verplichten de sabbat te houden. Zie ook Galaten 3:23-25.

Paulus woonde op de sabbat (de zaterdag) vergaderingen van Joden bij om het evangelie aan hen te kunnen verkondigen (Handelingen 13:14; 16:13; 18:4). Maar men leest nergens in het Nieuwe Testament van een christelijke samenkomst op de sabbat.

Christenen vergaderden op de eerste dag van de week (de zondag). Zie Johannes 20:19,26; Handelingen 20:6,7; 1 Korintiërs 16:2.

God heeft de sabbat van het Oude Verbond vervangen met een nieuwe sabbat (wat rust betekent). Lees Hebreeën 4:1-11 en let op vers zeven. De hemelse sabbat (rust) na dit leven is de ware sabbat. De oude sabbat van de Joden was maar een schaduwbeeld daarvan (Kolossenzen 2:16) en geldt niet als wet voor christenen.

Roy Davison

    De schriftgedeelten in dit artikel zijn uit de Nieuwe Vertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 1951 (tenzij anders aangeduid).


Published in The Old Paths Archive
(http://www.oldpaths.com)