Waarom werd Jezus veracht?

Vreemd genoeg hielden sommigen van Jezus niet. Hij was een goede mens. Hij genas zieken en hielp zwakken. Toch waren er die een grote hekel aan Hem hadden. Er werd voorspeld dat de Messias “veracht door het volk” zou zijn (Psalm 22:6). “Hij was veracht en wij hebben hem niet geacht” (Jesaja 53:3).

Jezus verklaarde waarom: “Dit is het oordeel, dat het licht in de wereld gekomen is en de mensen de duisternis liever gehad hebben dan het licht, want hun werken waren boos” (Johannes 3:19).

Ten tijde van Christus waren er vele godsdienstige mensen in Palestina. Men zou verwachten dat zij Gods Zoon met open armen zouden verwelkomen. Maar dat deden zij niet. Jezus was niet populair voor meerdere redenen.


Hij verzette zich tegen overleveringen die met de wil van God in strijd waren.

Velen zijn echt verknocht aan hun tradities. Dikwijls houden zij meer daarvan dan van Gods woord.

Ten tijde van Christus werd het godsdienstig leven van de Joden bepaald door het Oude Testament plus de geschriften van de rabbi’s. Een duidelijk onderscheid werd gemaakt tussen geïnspireerde en niet- geïnspireerde geschriften. Toch waren vele rituelen en voorschriften gebaseerd, niet op de Schrift maar op menselijke overleveringen.

Jezus was niet populair met de godsdienstige leiders omdat Hij tradities veroordeelde die met Gods woord in strijd waren.

“En de Farizeeën verzamelden zich bij Hem met sommige van de schriftgeleerden, die van Jeruzalem gekomen waren. En toen zij zagen, dat sommige van zijn discipelen met onreine, dat is ongewassen, handen hun brood aten _ want de Farizeeën en al de Joden eten niet zonder eerst een handwassing verricht te hebben, daarmede vasthoudende aan de overleveringen der ouden” (Marcus 7:1 t/m 3).

Het is niet verkeerd om je handen te wassen voor je eet, maar men had dit tot een verplicht godsdienstig ritueel gemaakt, hoewel zoiets nergens in het Oude Testament voorgeschreven wordt.

“Toen vroegen de Farizeeën en de schriftgeleerden Hem: Waarom wandelen uw discipelen niet naar de overlevering der ouden, maar eten zij met onreine handen hun brood? Maar Hij zeide tot hen: Terecht heeft Jesaja van u, huichelaars, geprofeteerd, zoals er geschreven staat: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is verre van Mij. Tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen leren, die geboden van mensen zijn. Gij verwaarloost het gebod Gods en houdt u aan de overlevering der mensen” (Marcus 7: 5 t/m 8).

Dit Schriftwoord uit Jesaja werd door Jezus op de mensen van zijn tijd toegepast. Jammer genoeg geldt dit in onze tijd ook. Het godsdienstig leven van velen wordt bepaald, niet door de Schrift, maar door tradities die met de Schrift in strijd zijn.

Onbijbelse benamingen worden gedragen die de eer aan iets of iemand behalve Christus geven.

De aanbidding gebeurt volgens tradities i.p.v. de Schrift. Rooms- Katholieken aanbidden beelden, dode mensen (Heiligen) en de Paus. Protestanten vieren Kerstmis en Pasen volgens Katholieke traditie, terwijl zij verzuimen de tafel des Heren iedere week te hebben. Mensen branden kaarsen en wierook, en bespelen muziekinstrumenten, aanbiddingsvormen die in het Nieuwe Testament niet voorgeschreven zijn.

Jezus zei dat aanbidding, die op menselijke tradities berust, tevergeefs is. Om Christus te volgen, moeten wij menselijke tradities opzij zetten en ons door Gods woord laten leiden.

Maar velen houden meer van hun tradities dan van Gods woord. Met zulke mensen is Christus niet werkelijk populair. Een mens mag de Heer duizend maal met zijn lippen loven, maar indien hij de leerstellingen van mensen volgt, is zijn aanbidding tevergeefs.


Jezus was niet populair omdat Hij geestelijke waarden beklemtoonde en de futiliteit van materiële dingen leerde.

In het begin was Jezus populair wegens Zijn genezingen en de wonderbare spijziging van negenduizend mensen. Maar toen Hij weigerde een wereldse koning te worden (Johannes 6:15) en zei, “Ik ben het brood des levens” en “De Geest is het, die levend maakt, het vlees doet geen nut” (Johannes 6:48, 63), verdween zijn populariteit.

“Van toen af keerden vele van zijn discipelen terug en gingen niet langer met Hem mede. Jezus zeide dan tot de twaalven: Gij wilt toch ook niet weggaan? Simon Petrus antwoordde Hem: Here, tot wie zullen wij heengaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven” (Johannes 6:66 t/m 68).

Aan een rijke jonge man die de tien geboden onderhield, zei Jezus: “Indien gij volmaakt wilt zijn, ga heen, verkoop uw bezit en geef het aan de armen, en gij zult een schat in de hemelen hebben, en kom hier, volg Mij. Toen de jongeling [dit] woord hoorde, ging hij bedroefd heen, want hij bezat vele goederen. Jezus zeide tot zijn discipelen: Voorwaar, Ik zeg u, een rijke zal moeilijk het Koninkrijk der hemelen binnengaan. Wederom zeg Ik u, het is gemakkelijker, dat een kameel gaat door het oog van een naald dan dat een rijke het Koninkrijk Gods binnengaat” (Matteüs 19:21 t/m 24).

Deze man onderhield de tien geboden zorgvuldig, maar materiële rijkdom was het middelpunt van zijn leven en het was moeilijk voor hem zijn rijkdom opzij te zetten om Christus te volgen.

Ook in onze tijd zijn er velen die misschien verloren zullen gaan, al zijn ze christenen, al wonen zij kerkdiensten geregeld bij, omdat hun leven op het materiële gebaseerd is. Zij worden zodanig door het verdienen van geld in beslag genomen dat zij weinig tijd voor geestelijke zaken over hebben. De afbetalingen van leningen voor hun huis en auto zijn zo hoog dat ze weinig over hebben voor liefdadigheid en het werk des Heren. Zij leven in luxe maar hebben weinige schatten in de hemel.

De apostel Matteüs, ook Levi genoemd, heeft zijn geld achtergelaten om Christus te volgen: “En voorbijgaande zag Hij Levi, de zoon van Alfeüs, bij het tolhuis zitten, en Hij zeide tot hem: Volg Mij. En hij stond op en volgde Hem” (Marcus 2:14).

Eens vroeg iemand Jezus hem te helpen een deel van een erfenis te krijgen. Let op de reactie van Jezus: “Iemand uit de schare zeide tot Hem: Meester, zeg tot mijn broeder, dat hij de erfenis met mij dele. Hij echter zeide tot hem: Mens, wie heeft Mij tot rechter of scheidsman over u aangesteld? Hij zeide tot hen: Ziet toe, dat gij u wacht voor alle hebzucht, want ook als iemand overvloed heeft, behoort zijn leven niet tot zijn bezit” (Lucas 12:13 t/m 15). Jezus weigert de rechtmatigheid van het verzoek te behandelen maar gaat tot de kern van het probleem en veroordeelt de hebzucht van beide broers.

“En Hij sprak tot hen een gelijkenis en zeide: Het land van een rijk man had veel opgebracht. En hij overlegde bij zichzelf en zeide: Wat moet ik doen, want ik heb geen ruimte om mijn vruchten te bergen. En hij zeide: Dit zal ik doen: ik zal mijn schuren afbreken en grotere bouwen en ik zal daarin al het koren en al mijn goederen bergen. En ik zal tot mijn ziel zeggen: Ziel, gij hebt vele goederen liggen, opgetast voor vele jaren, houd rust, eet, drink en wees vrolijk. Maar God zeide tot hem: Gij dwaas, in deze eigen nacht wordt uw ziel van u afgeëist en wat gij gereedgemaakt hebt, voor wie zal het zijn? Zó vergaat het hem, die voor zichzelf schatten verzamelt en niet rijk is in God” (Lucas 12:16 t/m 21).

Jezus zou helemaal niet passen in onze moderne maatschappij. Welke een uitspraak! Hemelse schatten zijn belangrijker dan aardse schatten! Jezus heeft kennelijk nooit televisie gekeken!

In België is een man vele jaren geleden christen geworden, maar na een tijd werd hij afvallig. Toen ik hem bezocht zei hij dat hij eerder nadeel dan voordeel had ervaren bij het christen-zijn. Door de jaren heeft hij geld gespaard om een huisje in Spanje te kopen - waar het weer mooi is - voor zijn pensioenjaren. Maar een paar jaar voor hij met pensioen mocht gaan, is hij overleden.

Jezus heeft de waarheid gesproken over de futiliteit van wereldse rijkdom: “Want wat zou het een mens baten, als hij de gehele wereld won, maar schade leed aan zijn ziel?” (Matteüs 16:26).

Ook in onze tijd is Jezus geenszins populair met materialistische mensen. Van Jezus hielden zij toen niet, en nu ook niet. Misschien doen zij alsof zij Hem dienen, maar eigenlijk dienen zij zichzelf.

Jezus wil dat wij ons leven wijden aan het goeddoen. Wij behoren anderen te helpen en een waardevolle bijdrage aan de maatschappij te leveren. Maar velen besteden hun tijd hoofdzakelijk aan het verzorgen van zichzelf, het verwerven van materieel gemak, terwijl anderen in nood zijn. Wij moeten ons bekeren indien wij echte volgelingen van Christus willen zijn.


Jezus was niet populair omdat Hij de zondigheid van eigengerechtigen aan de kaak stelde en zondaars tot bekering riep.

De grootste hekel aan Jezus hadden de zogenaamde godsdienstige mensen van zijn tijd. Hij bracht hen in verlegenheid door met zondaars te eten. Toen Hij hiervoor bekritiseerd werd, antwoordde Hij: “Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars” (Matteüs 9:13).

Mensen die beseften dat zij vergeving nodig hadden, hielden van Jezus omdat Hij hen aanmoedigde hun zondige levenswandel te verlaten en een nieuw leven onder Zijn leiding te beginnen.

Doordat Hij hun huichelarij veroordeelde, verwekte Jezus haat bij mensen die dachten dat zij rechtvaardig waren. “Toen sprak Jezus tot de scharen en tot zijn discipelen, zeggende: De schriftgeleerden en de Farizeeën hebben zich gezet op de stoel van Mozes. Alles dan, wat zij u ook zeggen, doet dat en onderhoudt dat, maar doet niet naar hun werken, want zij zeggen het wel, maar doen het niet. Zij binden zware lasten bijeen en leggen die op de schouders der mensen, maar zelf willen zij ze met hun vinger niet verroeren. Al hun werken doen zij om in het oog te lopen bij de mensen” (Matteüs 23:1 t/m 5).

Jezus beoordeelde mensen op basis van hun geestelijke ingesteldheid en niet op basis van hun uiterlijk vertoon van godsdienstigheid.

Hoe vele kerken en mensen in onze tijd geven een groot uiterlijk vertoon van godsdienstigheid, maar niets te maken willen hebben met mensen die verloren zijn? Zij bidden lange gebeden maar doen weinig moeite om armen en zondaars te helpen. Zij kijken op hen neer en willen niet in hun gezelschap gezien worden.

Jezus ging om met laaggeplaatsen. Indien wij volgelingen van Christus willen zijn, moeten wij doen wat wij kunnen om armen en zondaars helpen.

Paulus voorspelde een tijd wanneer velen slechts een leeg omhulsel van godsdienst zouden hebben: “Weet wel, dat er in de laatste dagen zware tijden zullen komen: want de mensen zullen zelfzuchtig zijn, geldgierig, pochers, vermetel, kwaadsprekers, aan hun ouders ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig, liefdeloos, trouweloos, lasteraars, onmatig, onhandelbaar, afkerig van het goede, verraderlijk, roekeloos, opgeblazen, met meer liefde voor genot dan voor God, die met een schijn van godsvrucht de kracht daarvan verloochend hebben; houd ook dezen op een afstand” (2 Timoteüs 3:1 t/m 5).


Jezus was voor meerdere redenen niet populair.

Hij bekritiseerde menselijke tradities die met Gods wil in strijd waren.

Hij beklemtoonde geestelijke waarden en leerde de futiliteit van materiële dingen.

Hij onthulde de zondigheid van de eigengerechtigen en riep zondaars op tot bekering.

Bij velen was Jezus niet populair in Zijn tijd en ook nu is Hij bij de meesten niet populair.

Maar wij bidden dat u Hem tot Koning van uw leven zult maken. Neem uw kruis op en volg Hem. Bevrijd u zich van menselijke overleveringen. Zoek Gods koninkrijk eerder dan materieel gewin. Bekeer u van uw zonden. Ga tot Christus voor vergeving, en wordt Zijn boodschapper om anderen te helpen de weg te vinden. Indien u dit doet, wordt u wellicht bij velen niet populair. Maar u zal Christus behagen en wanneer Hij terugkomt zal Hij u als de zijne erkennen. Amen.

Roy Davison

De schriftgedeelten in dit artikel zijn uit de NBG-1951 Vertaling,
© Nederlands Bijbelgenootschap (tenzij anders aangeduid).

Published in The Old Paths Archive
http://www.oldpaths.com